Enkele opmerkelijke verhalen over elektriciteit

Elektriciteit is zo oud als het heelal zelf. Maar voor het eerste elektrische fenomeen moest je in Griekenland zijn, in 600 v.Chr. Enkele verhalen over elektriciteit op een rijtje, die we op zijn minst opmerkelijk kunnen noemen …
Laetitia M.
19/06/2019 |

Wist je dat we de ontdekking van het eerste elektrische fenomeen te danken hebben aan een kat? Voor een deel althans … Door met een staaf amber over het vel van een kat te wrijven ontdekte de Griek Thales van Milete in 600 v.Chr. immers elektriciteit door wrijving! Het woord ‘elektriciteit’ dankt bovendien zijn naam aan dit experiment en is meer bepaald afkomstig van het Griekse woord ‘êlektron’, dat ‘gele amber’ betekent. Maar wist je ook het volgende?

1. Elektriciteit is bijna even snel als licht

In het luchtledige verspreidt elektriciteit zich met dezelfde snelheid als licht, namelijk aan +/- 300 000 km/s. Het zijn dan niet de elektrische ladingen die zich verplaatsen, maar een elektromagnetische golf. De snelheid van elektriciteit schommelt echter naargelang van de omgeving waarin ze zich verspreidt. Zo daalt die snelheid in water of in een koperen circuit.

Ontdek ook hoe elektriciteit van het ene land naar het andere circuleert dankzij het geïnterconnecteerde elektriciteitsnet.

2. Een spelconsole verbruikt meer dan een koelkast

De koelkast is een van de energieverslinders in huis. Maar een spelconsole aangesloten op een lcd-tv van 80 cm waar 4 uur per dag mee gespeeld wordt, verbruikt over 335 dagen ongeveer 503 kWh (console en tv). Een koelkast met diepvriezer van klasse A met een inhoud van 200 liter verbruikt jaarlijks 212 kWh. Conclusie? De console en de tv verbruiken per jaar samen ongeveer 2x meer dan een koelkast met diepvriezer.

Het sluipverbruik van de consoles zou daar – voor een deel – tussen zitten. Ontdek daarom hoe je sluipverbruik van je toestellen kunt opsporen en verminderen.

Lees meteen ook onze 8 tips om je koelkast beter te gebruiken en minder energie te verbruiken.

3. (Sidder)alen zijn krachtiger dan een stopcontact

De sidderaal (Electrophorus electricus) is een zoetwatervis die tot 2,5 meter lang kan worden en tot 20 kg kan wegen. Maar wat hem zo speciaal maakt, zijn zijn elektrische organen achteraan zijn lichaam.

Dankzij zijn elektrogene cellen kan de sidderaal elektrische schokken tot 860 volt geven! Dat is bijna 4 keer meer dan de spanning die aanwezig is in een elektrisch stopcontact! En genoeg om een mens te doden en een paard te verlammen!

Faraday heeft (rond 1830) dit dier trouwens gebruikt om de aard van elektriciteit te bestuderen. Ook Volta inspireerde zich (in 1800) op de anatomie van de sidderaal om zijn eerste batterij uit te werken. Een batterij die we ondertussen ook thuis kunnen gebruiken.

4. Ons hart werkt op elektriciteit

Elektriciteit is van cruciaal belang voor ons leven. Zonder elektrische stroom klopt ons hart niet … Het is immers door elektrische stroom dat onze hartslag ontstaat. Het is een elektrische impuls die geproduceerd wordt in de sinusknoop bovenaan onze rechterboezem. Hierdoor kan het hart de contractiefases om het bloed van de linkerhartkamer weg te duwen, afwisselen met ontspanningsfases die het bloed oppompen om zo de hartholte te vullen.

5. In IJsland is 100% van de elektriciteit groen

100% groene elektriciteit produceren met hernieuwbare energiebronnen? Dankzij de geologische bijzonderheid van IJsland kan het. Het is vandaag het enige land ter wereld dat zijn elektriciteit uitsluitend op basis van hernieuwbare energiebronnen produceert. Dat heeft uiteraard te maken met de geografie en geologische rijkdom van het land. Zo maakt de vulkanische activiteit en de afvloeiing van de ijsrivieren de productie van grote hoeveelheden geothermische en hydro-elektrische energie mogelijk. En hier in België? Hoe produceren wij energie?

Eindigen doen we met een vraag van onze surfers:

Sinds wanneer hebben we elektriciteit in onze woningen?

Elektriciteit effende voor ons het pad naar de moderne wereld. En dankzij Thomas Edison, Westinghouse en Nikola Tesla kwam ze ook in onze woningen terecht. De eerste ‘wonderlampen’ werden in 1871 geïnstalleerd in enkele woningen in New York. In België waren het openbare gebouwen in Brussel die in 1882 als eerste elektrische verlichting kregen. Tegen het einde van de jaren 1880 begonnen kleine producenten in Brussel met het leveren van stroom aan huizenblokken.