Hoe Erwin zijn mobiliteit verbeterde dankzij multimodaliteit

Erwin doet sinds een jaar aan ‘multimodaliteit’. Dat houdt in dat de bedrijfsleider dagelijks 3 tot 4 verschillende vervoersmiddelen gebruikt. Hij bekeerde zelfs al een aantal van zijn medewerkers.
Isabelle V.
18/01/2019 |

En dankzij de moderne technologie verlopen z’n verplaatsingen nu veiliger, vlotter en … slimmer.

Heb je al eens de E19 of de A12 richting Brussel genomen tussen 7 en 9 uur ‘s ochtends?”, vraagt Erwin, zaakvoerder van een kmo met 20 werknemers in Brussel. “Complete waanzin! Niet zelden kostte het me 2 uur om van mijn woonplaats in het Antwerpse naar mijn kantoor in Brussel, 50 km verderop, te rijden. Begin 2018 had ik er definitief genoeg van.”

Trein, fiets, scooter, auto en zelfs step: Erwin doet het elektrisch!

Maar Erwin zette zijn auto niet definitief aan kant. Hij gebruikt ‘m nu alleen anders, ter aanvulling van andere vervoersmiddelen. “We schoven onze vooroordelen tegen elektrische auto’s opzij en kochten er 2 voor het bedrijf, samen met een elektrische bedrijfswagen, vertelt hij. Die gebruiken we als ‘deelauto’. Alle werknemers mogen hem gebruiken om naar een afspraak aan de andere kant van Brussel te rijden, of in een straal van 50 kilometer rond het bedrijf. Ik gebruik ‘m ook. Als ik naar een vergadering in de buurt van het kantoor moet, huren we ook soms een elektrische deelfiets of deelstep.”

En voor zijn woon-werkverkeer? “’s Ochtends spring ik op mijn elektrische scooter naar het station. Ik heb geluk: dat is maar een kilometer of 5 van waar ik woon”, vertelt hij. “Daar neem ik de trein naar Brussel-Noord. In Brussel rijd ik met een elektrische deelstep tot op kantoor”, vervolgt Erwin. Van deur tot deur kost me dat tussen 1 en 1 uur 10. Doe me dat maar eens na met de auto.” 

Een dergelijke multimodale aanpak waarbij wordt gebruikgemaakt van openbaar vervoer, deelvoertuigen (auto, step of fiets) en zachte mobiliteit zal in de toekomst onvermijdelijk worden als we het mobiliteitsprobleem willen oplossen. In Brussel staat een automobilist jaarlijks 58 uur in de file. Die verloren tijd kost ons 8 miljoen euro maar ook heel wat verloren uren voor ons gezinsleven én een hoop stress.

Technologie ten dienste van de mobiliteit

Volgens Erwin kunnen we nog verder gaan in streven naar een betere mobiliteit. “Voor mijn werk kom ik geregeld in Hasselt of Genk en daar hebben ze intelligente verkeerssystemen ingevoerd, vertelt hij. In Hasselt leiden borden de automobilist bijvoorbeeld naar het beste traject om te parkeren, waardoor de rest van het verkeer minder vertraagt. Andere borden tonen informatie over alternatieven voor de auto, zoals welke tram of bus je moet nemen om sneller op je bestemming te geraken. Het zou goed zijn als ook andere steden dergelijke oplossingen aanboden.”

Namen bijvoorbeeld doet dat al. Daar helpen dynamische borden de weggebruiker om de slimste keuze te maken met betrekking tot het openbaar vervoer. Soms ben je sneller met het openbaar vervoer, soms neem je beter de auto. In andere gevallen helpt het systeem je met een traject waarbij je gebruikmaakt van verschillende vervoersmiddelen.

En de bedrijfsleider gaat verder: “In Genk wordt momenteel het fietsverkeer gemeten om scholieren en studenten, en iedereen die houdt van fietsen en multimodaliteit zich veiliger met de fiets te laten verplaatsen. Behoorlijk indrukwekkend.”

Toezicht en controle op verplaatsingen

En dat zijn niet de enige technologische toepassingen om de mobiliteit te verbeteren en te vergroenen. Er bestaan ook verkeerslichten die afhankelijk van de drukte langer of korter op rood of op groen blijven staan. ANPR- (nummerplaatherkenning), CCTV- of AID-camera’s houden toezicht op en controleren het verkeer en herkennen bijvoorbeeld vervuilende voertuigen en melden ongevallen of voertuigen in panne zodat het andere verkeer in real time op de hoogte kan worden gebracht van hoe het op de weg gesteld is. Resultaat: minder files en een betere luchtkwaliteit.

Antwerpen experimenteert met sensoren in de grond onder parkeerplaatsen voor kort parkeren. Die sensoren voelen of de parkeerplaats vrij is of niet. Staat het geparkeerde voertuig er te lang, dan krijgt de parkeerwachter een seintje. Resultaat: minder voertuigen die in de stad ronddolen op zoek naar een parkeerplaats.

Een duwtje in de rug van het ‘mobiliteitsbudget’ van de toekomst?

Erwin is overtuigd van het nut van een groenere mobiliteit en de cruciale rol daarin voor de technologie om op die weg voort te gaan, maar hij wil ook de mentaliteit van zijn werknemers veranderen. Een aantal van hen volgde al zijn voorbeeld. Om de anderen te motiveren denkt hij na over de mogelijkheid om hun een ‘mobiliteitsbudget’ te geven zodra het wetsvoorstel wordt goedgekeurd (de stemming werd al enkele keren uitgesteld).

De bedoeling van dit budget is om de brutokosten voor een bedrijfswagen te vervangen door een ‘mobiliteitspakket’ met een minder vervuilende wagen en/of de financiering van andere vervoersmiddelen (elektrische scooter, fiets, openbaar vervoer, abonnement voor een autodelensysteem enzovoort) en een bedrag in cash als niet het hele budget werd opgebruikt”, legt hij uit. Ongeduldig als hij is, liet hij al laadpalen plaatsen op de parking van zijn bedrijf. Kwestie van zijn werknemers wat aan te moedigen om over te stappen op een elektrische auto.

Het mag duidelijk zijn: Erwin staat volledig achter de multimodaliteit en de technologie als drijvende kracht achter zijn verplaatsingen. “Ik moedig echt iedereen aan om het mobiliteitsplan van zijn bedrijf te herbekijken”, is zijn advies. “Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn bedrijf betekende dat al een winst in tijd, geld én welzijn!”